Gesprekken over gezag

5 / 12

Gezag in 4 lessen

In het kader van zijn verkenning naar het gezag van de overheid heeft de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) een aantal ontmoetingen georganiseerd met ‘intermediairs’: mensen die een schakelfunctie hebben in het contact tussen overheid en burger. Denk hierbij aan ombudsmensen, publieke dienstverleners en sociaalwerkers, maar ook aan buurtpastors, sociaaladvocaten en vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld. Welke lessen over het gezag van de overheid hebben we uit deze ontmoetingen met intermediairs kunnen trekken?

IND-loket in Amsterdam

Les 1: De burger vertrouwt de overheid niet, en vice versa

Tijdens de ontmoetingen kwam naar voren hoe groot het wantrouwen is. Niet alleen van de burger richting de overheid, maar ook van de overheid richting de burger. Toen we de intermediairs vroegen naar termen om te beschrijven hoe burgers de overheid bezien, kwamen antwoorden als ‘angst’ en ‘haat’ veelvuldig terug. De gesprekspartners spraken van een negatieve spiraal: wanneer de overheid zijn burgers niet vertrouwt, zullen burgers ook niet bereid zijn om hun overheid te vertrouwen: ‘Een overheid die geen genade toont, hoeft dat ook van haar burgers niet te verwachten’, merkte één deelnemer op.

Les 2: De burgers is de dupe van complexiteit

Onze gesprekspartners zagen de toegenomen complexiteit in de uitvoeringspraktijk van de overheid als één van de belangrijkste redenen voor de verstoorde relatie tussen overheid en burger. Processen en de besluiten die daarbinnen genomen worden zijn simpelweg niet meer aan burgers uit te leggen, was de algehele teneur. Burgers interpreteren dit onvermogen om uitleg te geven op hun beurt vaak als een moedwillige poging om informatie achter te houden en geen openheid van zaken te hoeven geven. Het gebrek aan uitlegbaarheid leidt er zo toe dat de overheid in mindere mate als betrouwbare partner wordt gezien.

Les 3: De overheid heeft meer inzicht nodig in de behoeften en ervaringen van burgers

Binnen de overheid is te weinig zicht op de behoeften, ervaringen en achtergronden van burgers, merken veel van de gesprekspartners in hun dagelijkse praktijk. In steeds mindere mate maken publieke dienstverleners deel uit van de gemeenschappen voor wie ze werken. Tegelijkertijd worden de mensen in functies waarmee ze wél in verbinding staan met burgers ondergewaardeerd: ‘je hebt mensen nodig die de afstand tussen overheid en burger kunnen overbruggen’, aldus een deelnemer. Ook werd gewaarschuwd voor contact met burgers dat alleen instrumenteel van aard is: zichtbaarheid en nabijheid moet er ook zonder achterliggende agenda zijn en er moet worden gewaakt voor vormen van schijnparticipatie.

Les 4: De overheid kan gezag herwinnen met ‘kleine stapjes’

Hoewel de uitdagingen om de relatie tussen overheid en burger te herstellen groot zijn, kunnen kleine positieve stapjes die de overheid direct kan zetten uiteindelijk van fundamenteel belang zijn, kwam in de gesprekken naar voren. De intermediairs die we spraken wezen er bijvoorbeeld op dat het zo belangrijk is dat je als overheidsinstantie altijd iets van je laat weten en dat je je afspraken nakomt. ‘Een foto van een kapotte stoeptegel moet je beantwoorden met een foto van een gerepareerde stoeptegel’, merkte één van de deelnemers op. Soms is het bieden van een luisterend oor al genoeg: ‘medeleven is het begin van vertrouwen’, aldus een gesprekspartner.

Fotoverantwoording

Foto

Auteursrecht

1

© Freek van den Bergh